Rookwerendheid
Naast brandwerendheid is rookwerendheid een belangrijke factor. Verstikking door rook is namelijk doodoorzaak nummer 1 bij brand. In Nederland wordt rookwerendheid tot op heden afgeleid van de brandwerendheid. In de nieuwe versie van Bouwbesluit (BBL) worden echter specifieke eisen gesteld aan de rookwerendheid.
Voor deuren gaat het Bouwbesluit de NEN-EN 1634-3 aanwijzen. De bepalingsmethode van deze Europese norm bestaat uit twee varianten:
- een meting van de rookdoorgang ‘Sa’ bij kamertemperatuur 20 °C (ook wel koude rook genoemd) en
- een meting van de rookdoorgang ‘S200’ bij een temperatuur van 200 °C.
De Sa-eis geldt bij doorgang van koude rook. Dit is het geval bij een scheiding in een beschermde of extra beschermde vluchtroute.
De S200-eis is van toepassing bij de doorgang van warme rook of als de scheiding kan worden blootgesteld aan hoge temperaturen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een scheiding tussen een subbrandcompartiment en een beschermde of extra beschermde vluchtroute (eis die vooral in slaap-gebouwen wordt gesteld).
Het nieuwe onderscheid tussen Sa en S200 is van belang omdat zowel openingen die bij het begin van een brand reeds aanwezig zijn als openingen die door de brand ontstaan, rook doorlaten. Dus ook goede brandwerende scheidingen kunnen rook doorlaten, zelfs al bij het begin van een brand.
Conform de EN 1643-3 kunnen we deze rookwerendheid testen middels een lekdichtheidsmeting bij 10, 25 of 50 Pa drukverschil.